Diep lezen om kansengelijkheid te vergroten

Door de opkomst van de smartphone en sociale media lezen kinderen en jongeren veel, maar wel vaak korte berichten. Zij lezen oppervlakkig in plaats van ‘diep’. Dit heeft gevolgen voor hun leesvaardigheid en daarmee voor hun kansen in de maatschappij. 

De resultaten van het PISA-onderzoek uit 2018 liegen er niet om: de leesvaardigheid van Nederlandse vijftienjarigen is de afgelopen twintig jaar aanzienlijk gedaald (Gubbels, Van Langen, Maassen, & Meelissen, 2019). Gelukkig is er ook goed nieuws; in 2020 bleek dat bijna alle leerlingen in groep 8 het fundamentele niveau (1F) behaalden op het gebied van leesvaardigheid en dat zelfs 78% van de leerlingen het streefniveau behaalde (2F; Inspectie van Onderwijs, 2020). Op het gebied van schrijfvaardigheid is echter veel winst te behalen (Inspectie van Onderwijs, 2021). 

Eén op de zes volwassen Nederlanders is laaggeletterd (Stichting lezen en schrijven, z.d.). Het 2F-niveau is door de overheid vastgesteld als het minimumniveau om te kunnen functioneren in de Nederlandse maatschappij. Wanneer iemands taalniveau lager is dan 2F, wordt hij als laaggeletterd beschouwd. Laaggeletterdheid leidt tot kansenongelijkheid: laaggeletterden zijn vaker werkloos en zijn maatschappelijk minder actief (Buisman & Houtkoop, 2014). 

Een belangrijke taak dus voor het onderwijs om leerlingen te leren complexere leesvaardigheden toe te passen op 2F niveau. Diep leren is hierbij van belang (Raad voor Cultuur en Onderwijsraad, 2019). Met diep lezen wordt bedoeld dat leerlingen niet alleen kennis opdoen, maar ook begrip ontwikkelen ten opzichte van een specifiek onderwerp. Dat is te bereiken door verschillende teksten aan te bieden, waarin eenzelfde thema vanuit verschillende perspectieven benaderd wordt.  

In de Academische Werkplaats Diep lezen en kansen(on)gelijkheid zal verwerkingsmateriaal worden ontwikkeld bij verschillende kinderboeken, waarmee de leerlingen gestimuleerd worden om de opgedane kennis uit de boeken zowel mondeling als schriftelijk te verwerken. Er zal onderzocht worden of hierdoor het taalniveau daadwerkelijk stijgt en of de taaluitingen van de leerlingen genuanceerder en meer multiperspectief worden. In het onderzoek is diep lezen het aangrijpingspunt om kansengelijkheid te bewerkstelligen.

Het onderzoek zal twee jaar duren. In het eerste jaar wordt het thema in de theorie en praktijk verkend. Deze kennis wordt omgezet in ontwerpcriteria voor het verwerkingsmateriaal; daarnaast worden de te gebruiken kinderboeken geselecteerd. In het tweede jaar wordt het materiaal ontwikkeld en vervolgens ingezet in de praktijk en geëvalueerd. 
 

Contact

Neem contact op met Lynn Bruijsten voor meer informatie over de werkplaats 'Diep lezen om kansengelijkheid te vergroten'.

Literatuur

Buisman, M., & Houtkoop., W. (2014). Laaggeletterdheid in kaart. ’s-Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs i.s.m. Stichting Lezen & Schrijven. 
Gubbels, J., Van Langen, A., Maassen, N., & Meelissen, M. (2019). Resultaten PISA-2018 in vogelvlucht. Enschede: Universiteit Twente.  
Inspectie van Onderwijs. (2020). De staat van het onderwijs: Onderwijsverslag 2018/2019. Utrecht: Inspectie van Onderwijs. 
Inspectie van Onderwijs. (2021). De staat van het onderwijs 2021. Utrecht: Inspectie van Onderwijs. 
Raad voor Cultuur en Onderwijsraad. (2019). Lees! Een oproep tot een leesoffensief. Den Haag: Raad voor Cultuur en Onderwijsraad. 
Stichting lezen en schrijven. (z.d.). Laaggeletterdheid in Nederland. Verkregen op 5 oktober, 2021,  
van https://www.lezenenschrijven.nl/informatie-over-laaggeletterdheid-nederland